woensdag 14 november 2007

Ik en de Engelsman.

De dagen gaan weer snel voorbij in al z’n eenvoud en normale doen.
Het lijkt alsof er nooit iets is geweest.
Verbaas me er over hoe snel dingen voorbij gaan en hoe snel je weer verder ‘moet’.
Voel me leeg en verdrietig van binnen, iets wat ik lastig in woorden kan uitdrukken.
Hoe kan je uitdrukken in taal wat je zelf niet goed snapt?
Gevoelens die aan de oppervlakte kwamen waarvan je het bestaan al lang niet meer wist, puur omdat je ze al zolang niet meer had gehad.
Dacht niet meer te kunnen voelen, dat ik me had afgesloten van alles wat daarmee te maken had, uit zelfbescherming.
En ineens merk je het weer..voel je het weer..besef je het weer, het kan dus echt.
Ergens is er iets opgeborreld en merk je dat je er ook geen afstand meer van wilt doen.

De dagen gingen voorbij.
Soms praten we veel en soms weer helemaal niet, we bleven wel contact zoeken maar soms van een afstand en soms wat dichterbij. Wat was dit toch?Wat had hij toch?Wat deed hij met mij, dat ik me zo ging voelen?
Proberen met mijn kennis van het engels de dingen over te brengen die ik duidelijk wou maken, soms ging dat goed, vaak ook niet.
Hem horen zeggen ‘oh your in a cheeky mood’ gevolgd door een onweerstaanbare glimlach.

Ja, ik was in een cheeky mood..en dat had toch vooral met hem te maken.
Bedachtzaam formuleerde hij de woorden die uit zijn mond kwamen en de interesse van zijn kant voor ‘mijn’ stad was groot.
Hoe leuk is het om jou plek/stad te zien door de ogen van een buitenstaander.

Soms voelde ik echt dat er meer was..dat hij me in de gaten hield.
En soms juist weer precies het tegenovergestelde. Zou dat alleen mijn onzekerheid zijn geweest of voelde ik het wel goed aan? Waarom durf ik nou toch niet op mijn gevoel te vertrouwen zoals ik dat in andere situaties wel durf?
Er waren plannen gemaakt om te gaan stappen, maar er kwam niks van terecht, hij was te moe van de fietstocht door de stad. Hij verontschuldigde zich de volgende dag meteen bij me voor het niet aanwezig zijn bij het borrelen van mij en mijn vrienden, en ik was niet adrem genoeg om hem te laten merken dat ik het inderdaad erg jammer had gevonden. Ik had zijn aanwezigheid die avond erg gemist. Zaterdagavond, nog 1 dag te gaan en dan zou hij weg zijn.
Ik durfde er niet bij stil te staan.

En daar zat ik dan de laatste dag, dicht tegen hem aan, een veilig vertrouwd gevoel, van twee mensen die toch een soort van band hadden opgebouwd in die dagen.
En terwijl ik moed aan het verzamelen was om te vertellen wat ik voelde, verstoorde een collega mijn moment. Ik nam hem op terwijl hij in gesprek was met zijn collega, en bedacht me dat hij echt speciaal was. Hoe kon ik nou geen actie ondernemen, zo onzeker zijn?
Waarom?

Wat had ik te verliezen, en wat had ik te winnen? En toch durfde ik het weer niet.
Ik zei wel dat ik het vreemd vond dat hij morgen weg ging en deed er quasi grappig over door met mijn vingers zogenaamde tranen weg te vegen.
Hij vond het ook jammer om weg te gaan, en moest wel lachen om mijn ‘tranen’.

Maar het leek net of we beiden ons niet met dat moment wilden bezig houden en er daarom maar verder het zwijgen toe deden.

En dan was daar ineens het moment van afscheid.
We gaven elkaar drie zoenen en eigenlijk wou ik hem ook knuffelen,gewoon even vasthouden.

Het gebeurde alleen niet, het ging zo raar.
Ik probeer het moment weer terug te halen, maar het lukt me niet zo goed.
Ik hoor hem iets zeggen als, “ik kom zeker terug en misschien wel sneller dan gedacht”.
Het enige wat ik uit mijn mond kon krijgen is, is dat hij van harte welkom is om te logeren.


We zwaaien nog een keer,ik wens hem een goeie reis en dan loopt hij weg.
De laatste keer op weg naar zijn appartement.

Ik kijk hem na en zie hem steeds verder verdwijnen. Hij kijkt niet meer om, hij is weg.
En ineens besef ik dat het echt voorbij is.
Dat dit gevoel nooit meer terug komt en hoe leeg ik me daardoor ineens voel.

1 opmerking:

Anoniem zei

Hier krijg ik toch wel echt een brok van in mn keel..
Mooi geschreven !