vrijdag 24 oktober 2008

Het gaat zoals het gaat (of niet gaat)

Je probeert er heel hard niet aan te denken.
Om er totaal, maar dan ook totaal niet mee bezig te zijn.

Je rommelt wat in huis, natuurlijk niet zomaar, niet zonder reden, maar goed dat weet jij alleen.
Je checkt af en toe je e-mail, je gaat uiteindelijk met toch wel enigzins wat tegenzin naar je werk.
Je checkt weer af en toe je e-mail.
Je checkt weer af en toe je e-mail.
Je checkt weer af en toe je e-mail en zowaar er is een mail.
Een e-mail die afkomstig blijkt te zijn van een nieuwsgroep waar je bij staat ingeschreven.
Je humeur zakt beetje bij beetje naar het nulpunt.

Terwijl ik doeg zeg op mijn werk en in de kou en de donkere avond richting huis fiets, volgt de ene overpeinzing de andere op.

Waarom nou niet? Wat toch ook weer ontzettend toevallig..althans toeval bestaat toch niet?
Zou het nou echt niet? En hoezo vind ik dat dan zo vervelend?
En het houdt me toch totaal niet bezig..dat roep ik toch aldoor heel hard tegen mezelf.
Nee hoor, het doet me niks.
Hooguit is hij gewoon wat interessant.

En verder zoek ik er helemaal niks achter, écht helemaal niks.
Moet ik ook niet doen, want dan maak ik het groter dan het is.
Ik maak altijd alles groter dan dat het is.
Ik moet eens niet zo moeilijk doen, en gewoon doen,en al die dingen uit mijn hoofd zetten.
Want dat gaat toch niet gebeuren. En wil ik wel dat er wat gaat gebeuren?
Nee toch? Ik wil helemaal niks.
Hij is hooguit gewoon wat interessant.
En ik zoek er helemaal niks achter, want er is niets achter te zoeken.
Dus vanaf nu is het uit je hoofd.

De fietstocht leek uren te duren, de overpeinzingen in mijn hoofd begonnen pijn te doen.
Thuis gekomen was mijn huis koud en leeg, maar wel erg netjes en leuk.

Ik stapte mijn bed in, nadat ik nog even doelloos had zitten rondzappen en er niets op tv was.
Mijn kussen lag niet lekker, mijn bed voelde koud en ik had nog wel sokken aangetrokken.
Waarom gaat het nou nooit zo zoals ik stiekem hoop dat het gaat.
En waarom wil ik soms dat het juist niet zo gaat..omdat dat eng is.
Ik werd moe van mezelf, maar kon de slaap niet vatten.
Mijn hoofd draaide overuren...


Een willekeurige avond..

Hij trekt meteen je aandacht.
Eigenlijk hoeft hij er niet veel voor te doen, zijn uitstraling is alles zeggend.
Hij vult een kamer, een ruimte.
Je hebt soms van die mensen die dat kunnen, of in zich hebben.
Vaak, denk ik, zonder dat ze het van zichzelf weten, of juist weer te goed van zichzelf weten.
Hij heeft van beide kanten trekjes.
Zelfverzekerd, flamboyant, onzeker, verlegen, macho achtig.
Iets in hem spreekt me aan, en ik kan maar niet benoemen wat dat iets toch is.
Zijn ogen kunnen je doordringend aankijken, zonder dat je je daar ongemakkelijk bij voelt.

Hij had me gezocht,en gevonden terwijl ik me verschool achter mijn kopje thee.
Mijn handen omklemden het warme glas en het maakte me minder gespannen.
Gek is dat, er is niets, er zal (hoogstwaarschijnlijk) ook nooit iets zijn en toch raakt het me.

Er is afstand en tegelijkertijd ook weer niet. Zijn passie is voor mij herkenbaar, zijn verleden raakt mijn verleden en door dat verleden zijn wij elkaar in dit heden tegengekomen.
We namen afscheid.
En dat was het..niets meer en niets minder.